De Tien Geboden voor ouderenzorg
16 september 2019
Drie jaar na het succesvolle manifest ‘Scherp op Ouderenzorg’ is er een nieuw manifest met daarin tien geboden voor goede ouderenzorg. Want het gaat nog lang niet goed.
De schrijvers van het manifest zijn Longarts Wanda de Kanter, historica Carin Gaemers en schrijver en journalist Hugo Borst. Zij stellen dat het nog lang niet goed gaat in de ouderenzorg, ondanks de ruim twee miljard euro extra investeringen in de zorg. Volgens de drie schrijvers van het manifest lijdt de top van de zorginstellingen aan ideeënarmoede en wordt het geld niet goed verdeeld. Resultaat: te weinig handen aan het bed, te weinig persoonlijke aandacht en een groot verloop van personeel. Ook de ervaring van zingeving staat zowel bij bewoners als personeel onder druk. Om dit te verbeteren willen de schrijvers dat iedereen die bij verpleeghuiszorg betrokken is zich aan De Tien Geboden houdt. Daarnaast geven ze aan dat de geboden – ruim geïnterpreteerd – eigenlijk gelden voor alle zorg voor kwetsbare ouderen, dus ook voor de mensen die thuiszorg krijgen.
De Tien Geboden
1 Ieder mens is uniek, ook in een verpleeghuis. Hij/zij wordt gezien. Iedereen die zorgt, verdiept zich in de problemen en de klachten van de verpleeghuisbewoner en geeft zorg op maat.
2 Iedere bewoner die daartoe in staat is, komt dagelijks uit bed en wordt geholpen de dag aangenaam door te brengen. Er is altijd iemand die een oogje in het zeil houdt. Gedurende de dag is er regelmatig persoonlijk contact met een zorgverlener of begeleider. Langer dan twee uur zonder persoonlijk contact is onacceptabel.
3 Een bewoner kan rekenen op veiligheid. De verzorging, de verpleging en het geven van medicijnen gebeurt met de grootste nauwkeurigheid.
4 Er zijn altijd zorgmedewerkers in de buurt die de bewoner goed kennen en weten wat diens levensgeschiedenis is. Zij weten wat de bewoner fijn of vervelend vindt en houden daar rekening mee.
5 Als een bewoner naar de wc wil, is er iemand in de buurt om mee te gaan. Als een bewoner bang of onrustig is, is er iemand die geruststelt of troost. Als een bewoner iets wil doen, is er iemand die daarbij helpt.
6 Een verpleeghuisbewoner heeft elke dag recht op een dagbesteding. Dat kunnen gezamenlijke activiteiten zijn, maar ook persoonlijke aandacht of even samen met een zorgmedewerker iets alledaags doen.
7 Net als iedereen kan een bewoner van een verpleeghuis worstelen met levensvragen. Daarom heeft hij/zij recht op steun van geestelijk verzorgers, ook als een bewoner niet in staat is om net als vroeger in heldere taal uit te leggen wat hem/haar precies dwars zit.
8 Van iedere bewoner is bekend wat diens wensen waren met betrekking tot het levenseinde. Die wensen stammen uit de tijd dat de bewoner voor de wet wilsbekwaam was.
9 Zorgmedewerkers zijn er om bewoners te begeleiden en te verzorgen, niet om de administratie te doen.
10 Ook iedere bestuurder houdt zich bij alles wat wordt beslist aan voorgaande geboden en luistert altijd naar wat zorgmedewerkers nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen.